Hij werd door The Economist beschreven als de meest invloedrijke econoom van de tweede helft van, en misschien zelfs wel de gehele 20e eeuw. Een statement dat veel zegt in een turbulente eeuw waarin een veelvoud aan zeer uiteenlopende economische theorieën door iconische economische denkers werden gepropageerd. De Amerikaanse econoom Milton Friedman was een sterk voorvechter van de vrije markt en zijn ideeën beïnvloedden het economisch beleid van landen wereldwijd.
Friedman werd geboren in een Joods gezin te New York in 1912. Op de universiteit specialiseerde hij zich in wiskunde, en vervolgde later zijn studie in de economie. Hij werkte als academicus aan diverse universiteiten en kwam uiteindelijk terecht op de Universiteit van Chicago. In de naoorlogse periode domineerde de ideeën van het Keynesiaanse economische gedachtegoed. Friedman stelde deze aan de kaak en meende dat in plaats van correcties op de markt door middel van overheidsingrijpen, de markt zo veel mogelijk moest worden vrijgelaten. Hij pleitte voor een kleine overheid, deregulering van de markt en vrij zwevende wisselkoersen. In plaats van de vraagkant, moest juist de aanbodkant van de markt worden gestimuleerd.
Friedman is de vader van het monetarisme. Hierin staat een focus op de vraag en het aanbod van geld centraal. De hoeveelheid geld in omloop is bepalend voor de economische activiteit in een land. Adequaat monetair beleid is essentieel voor het stimuleren van economische groei, en is dan ook een effectiever middel dan fiscaal beleid. Volgens Friedman is het bestrijden van inflatie op de lange termijn belangrijker dan het voorkomen van werkloosheid. Door de geldhoeveelheid te controleren kan inflatie beheerst worden. De centrale bank heeft daarmee een gewichtigere rol dan de overheid in het bevorderen van de economie.
Het gedachtegoed dat werd onderwezen door Friedman en zijn collega’s op het economische departement van de Universiteit van Chicago stond bekend als de ‘Chicago-school’. Dergelijk vrijemarktdenken won aan populariteit vanaf midden jaren 70. Vooral vanaf de jaren 80 werd het een dominante stroming door het economisch beleid van de Amerikaanse president Ronald Reagan en Britse premier Margaret Thatcher. Voor beiden gold Friedman als adviseur. Ook in Chili werden de economische ideeën van Friedman door alumni van de Universiteit van Chicago, de zogeheten ‘Chicago boys’, in de praktijk gebracht. Een waar economisch wonder volgde in dat land, maar de associatie met de Pinochet-dictatuur zorgde voor controversie aan het adres van Friedman. Hij verdedigde zijn positie door te stellen dat dit economische succes ook de uiteindelijke democratische transitie in het land had gefaciliteerd. Friedman meende dan ook dat economische vrijheid een voorwaarde is voor politieke vrijheid, zoals hij ook beargumenteerde in zijn veelvuldig verkochte boek Capitalism and Freedom (1962).
In 1976 ontving hij de Nobelprijs voor Economie. Maar naast ideeën over economische theorie, had Friedman ook sterke overtuigingen over politieke kwesties. Een waardering van vrijheid als fundamentele waarde kan hier als leidraad in worden gezien. Zo pleitte hij voor legalisering van drugs en prostitutie, kwam hij op voor homorechten en was hij een voorstander van immigratie. Immigratie was echter niet verenigbaar met het moderne socialezekerheidsstelsel, stelde Friedman. In die zin meende hij dat de illegale immigratie van Mexicanen naar de Verenigde Staten een zegen was voor beide kanten, omdat de migranten geld konden verdienen, echter zonder aanspraak te kunnen maken op sociale zekerheid, en daarmee banen vervulden die Amerikanen zelf niet wilden uitoefenen.
Friedman verliet de Universiteit van Chicago in 1977, maar bleef daarna publiceren en verscheen regelmatig in televisieprogramma’s. Samen met zijn partner publiceerde hij in 1980 het boek Free to choose, waarop Friedman een gelijknamige 10-delige televisieserie over de vrije markt presenteerde. In de jaren 90 adviseerde hij onder meer het snel ontwikkelende China en verschillende landen in het postcommunistische Oost-Europa. In 2006 overleed Friedman op de respectabele leeftijd van 94 jaar.
Hij werd door The Economist beschreven als de meest invloedrijke econoom van de tweede helft van, en misschien zelfs wel de gehele 20e eeuw. Een statement dat veel zegt in een turbulente eeuw waarin een veelvoud aan zeer uiteenlopende economische theorieën door iconische economische denkers werden gepropageerd. De Amerikaanse econoom Milton Friedman was een sterk voorvechter van de vrije markt en zijn ideeën beïnvloedden het economisch beleid van landen wereldwijd.
Friedman werd geboren in een Joods gezin te New York in 1912. Op de universiteit specialiseerde hij zich in wiskunde, en vervolgde later zijn studie in de economie. Hij werkte als academicus aan diverse universiteiten en kwam uiteindelijk terecht op de Universiteit van Chicago. In de naoorlogse periode domineerde de ideeën van het Keynesiaanse economische gedachtegoed. Friedman stelde deze aan de kaak en meende dat in plaats van correcties op de markt door middel van overheidsingrijpen, de markt zo veel mogelijk moest worden vrijgelaten. Hij pleitte voor een kleine overheid, deregulering van de markt en vrij zwevende wisselkoersen. In plaats van de vraagkant, moest juist de aanbodkant van de markt worden gestimuleerd.
Friedman is de vader van het monetarisme. Hierin staat een focus op de vraag en het aanbod van geld centraal. De hoeveelheid geld in omloop is bepalend voor de economische activiteit in een land. Adequaat monetair beleid is essentieel voor het stimuleren van economische groei, en is dan ook een effectiever middel dan fiscaal beleid. Volgens Friedman is het bestrijden van inflatie op de lange termijn belangrijker dan het voorkomen van werkloosheid. Door de geldhoeveelheid te controleren kan inflatie beheerst worden. De centrale bank heeft daarmee een gewichtigere rol dan de overheid in het bevorderen van de economie.
Het gedachtegoed dat werd onderwezen door Friedman en zijn collega’s op het economische departement van de Universiteit van Chicago stond bekend als de ‘Chicago-school’. Dergelijk vrijemarktdenken won aan populariteit vanaf midden jaren 70. Vooral vanaf de jaren 80 werd het een dominante stroming door het economisch beleid van de Amerikaanse president Ronald Reagan en Britse premier Margaret Thatcher. Voor beiden gold Friedman als adviseur. Ook in Chili werden de economische ideeën van Friedman door alumni van de Universiteit van Chicago, de zogeheten ‘Chicago boys’, in de praktijk gebracht. Een waar economisch wonder volgde in dat land, maar de associatie met de Pinochet-dictatuur zorgde voor controversie aan het adres van Friedman. Hij verdedigde zijn positie door te stellen dat dit economische succes ook de uiteindelijke democratische transitie in het land had gefaciliteerd. Friedman meende dan ook dat economische vrijheid een voorwaarde is voor politieke vrijheid, zoals hij ook beargumenteerde in zijn veelvuldig verkochte boek Capitalism and Freedom (1962).
In 1976 ontving hij de Nobelprijs voor Economie. Maar naast ideeën over economische theorie, had Friedman ook sterke overtuigingen over politieke kwesties. Een waardering van vrijheid als fundamentele waarde kan hier als leidraad in worden gezien. Zo pleitte hij voor legalisering van drugs en prostitutie, kwam hij op voor homorechten en was hij een voorstander van immigratie. Immigratie was echter niet verenigbaar met het moderne socialezekerheidsstelsel, stelde Friedman. In die zin meende hij dat de illegale immigratie van Mexicanen naar de Verenigde Staten een zegen was voor beide kanten, omdat de migranten geld konden verdienen, echter zonder aanspraak te kunnen maken op sociale zekerheid, en daarmee banen vervulden die Amerikanen zelf niet wilden uitoefenen.
Friedman verliet de Universiteit van Chicago in 1977, maar bleef daarna publiceren en verscheen regelmatig in televisieprogramma’s. Samen met zijn partner publiceerde hij in 1980 het boek Free to choose, waarop Friedman een gelijknamige 10-delige televisieserie over de vrije markt presenteerde. In de jaren 90 adviseerde hij onder meer het snel ontwikkelende China en verschillende landen in het postcommunistische Oost-Europa. In 2006 overleed Friedman op de respectabele leeftijd van 94 jaar.
M. Friedman, Capitalism and Freedom, Chicago, 1962.
M. Friedman, Free to choose: a personal statement, San Diego, 1980.
‘Free to Choose’ (10-delige televisieserie gepresenteerd door Milton Friedman), PBS, 1980.
‘Milton Friedman speaks: the role of the government in a free society’, YouTube
‘Milton Friedman speaks: money and inflation’, YouTube