12
Dec
2020

Ontplooiingsliberalisme

Liberalisme

Geschiedenis

Ontplooiingsliberalisme en sociaal-liberalisme worden nogal eens door elkaar gebruikt, alsof ze inwisselbaar zijn. Dat zijn ze bepaald niet. Wij zagen al dat een individu in het sociaal-liberalisme de ruimte moet hebben zich te ontplooien, maar hij heeft ook de plicht daartoe. Voor ontplooiingsliberalen ligt dat anders.

Ontplooiingsliberalisme en sociaal-liberalisme worden nogal eens door elkaar gebruikt, alsof ze inwisselbaar zijn. Dat zijn ze bepaald niet. Wij zagen al dat een individu in het sociaal-liberalisme de ruimte moet hebben zich te ontplooien, maar hij heeft ook de plicht daartoe. Voor ontplooiingsliberalen ligt dat anders. Zij zien het voor het individu wel als wenselijk dat hij of zij de mogelijkheid heeft tot ontplooiing, maar niet in de eerste plaats ten behoeve van de samenleving maar om de eigen interesses en talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen.

Minstens zo belangrijk is dat ontplooiingsliberalen ervan overtuigd zijn dat een individu zich niet per se het beste ontplooit in wisselwerking met zijn omgeving. Omdat elk individu een unieke persoonlijkheid heeft, moet hij juist gevrijwaard worden van sociale druk tot aanpassing aan zijn omgeving. Want omgeving en samenleving hebben sterk de neiging individuen te willen conformeren. Dan raakt echter de ware aard van het individu in de knel. De staat heeft dus mede tot taak het individu te beschermen tegen zulke druk vanuit de omgeving. Of de staat zelf voor onderwijs moet zorgen, daarover verschillen ontplooiingsliberalen onderling van mening. De grondlegger van het ontplooiingsliberalisme, Wilhelm von Humboldt, meende dat het vooral om Selbstbildung diende te gaan.

Alle liberale substromingen houden hun oog gericht op het vrije individu. Anders zouden ze niet liberaal zijn. Maar waar het sociaal-liberalisme met zijn inbedding van het individu in de omgeving van de drie de minst individualistische is, is het ontplooiingsliberalisme juist het meest individualistisch.

Ontplooiingsliberalisme en sociaal-liberalisme worden nogal eens door elkaar gebruikt, alsof ze inwisselbaar zijn. Dat zijn ze bepaald niet. Wij zagen al dat een individu in het sociaal-liberalisme de ruimte moet hebben zich te ontplooien, maar hij heeft ook de plicht daartoe. Voor ontplooiingsliberalen ligt dat anders. Zij zien het voor het individu wel als wenselijk dat hij of zij de mogelijkheid heeft tot ontplooiing, maar niet in de eerste plaats ten behoeve van de samenleving maar om de eigen interesses en talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen.

Minstens zo belangrijk is dat ontplooiingsliberalen ervan overtuigd zijn dat een individu zich niet per se het beste ontplooit in wisselwerking met zijn omgeving. Omdat elk individu een unieke persoonlijkheid heeft, moet hij juist gevrijwaard worden van sociale druk tot aanpassing aan zijn omgeving. Want omgeving en samenleving hebben sterk de neiging individuen te willen conformeren. Dan raakt echter de ware aard van het individu in de knel. De staat heeft dus mede tot taak het individu te beschermen tegen zulke druk vanuit de omgeving. Of de staat zelf voor onderwijs moet zorgen, daarover verschillen ontplooiingsliberalen onderling van mening. De grondlegger van het ontplooiingsliberalisme, Wilhelm von Humboldt, meende dat het vooral om Selbstbildung diende te gaan.

Alle liberale substromingen houden hun oog gericht op het vrije individu. Anders zouden ze niet liberaal zijn. Maar waar het sociaal-liberalisme met zijn inbedding van het individu in de omgeving van de drie de minst individualistische is, is het ontplooiingsliberalisme juist het meest individualistisch.