Steven Pinker
“Whatever happened to good old liberalism?.. Where are the demonstrations, where are the people pumping their fists for liberal democracy? Who’s going to actually say something good about it?”[1] Aldus sprak Steven Pinker tegen Guardian journalist Alex Blasdel. De prominente Canadees-Amerikaanse cognitief psycholoog, taalkundige, populaire wetenschapsschrijver en erelid van de Luxuriant Flowing Hair Club for Scientists, heeft zich in de afgelopen decennia niet alleen geprofileerd als een belangrijke voorvechter van liberale waarden, maar heeft ook originele ideeën bijgedragen aan het liberale gedachtegoed.
Pinker begon zijn academische carrière als psycholinguïst. Zijn onderzoek naar taalverwerving en de structuur van de menselijke geest heeft ons begrip van hoe mensen taal leren en gebruiken aanzienlijk verdiept. Hij presenteerde zijn bevindingen in werken zoals The Language Instinct (1994) en How the Mind Works (1997). Deze boeken maakten Pinker al snel een jonge academische ster bij een breder publiek door zijn toegankelijke stijl en unieke ideeën. Het is echter met het boek The Blank Slate (2002) dat Pinker daadwerkelijk de arena van de politieke filosofie betrad.
Het onbeschreven blad
In The Blank Slate geeft Pinker een unieke verdediging van het liberalisme. Het boek ontkracht namelijk de mythe dat de menselijke geest is als een onbeschreven blad dat volledig wordt gevormd door omgevingsinvloeden of de menselijke ratio. Pinker betoogt dat onze genetische erfenis een cruciale rol speelt in het bepalen van ons gedrag, onze capaciteiten en onze persoonlijkheden. Door middel van uitgebreid bewijs uit de biologie, psychologie en neurowetenschappen laat hij zien dat de natuur minstens zo belangrijk is als opvoeding in de vorming van de mens.
De moderne strijd om het onbeschreven blad begint volgens Pinker bij Thomas Hobbes. Geïnspireerd door het Latijnse gezegde "homo homini lupus est" [de mens is een wolf voor zijn medemens] veronderstelde Hobbes dat de mens een strijdlustige houding moest aannemen ten opzichte van anderen om zichzelf te beschermen. Om een stabiele en vreedzame samenleving op te kunnen bouwen, heeft de mens volgens Hobbes een sterke autoriteit nodig die het onderliggende geweld de kop in kan drukken. Als reactie op de pessimistische epistemologie van Hobbes presenteerde John Locke de menselijke psyche als een onbeschreven blad, het zogenaamde tabula rasa. In eerste instantie was Lockes formulering van de tabula rasa een interventie in het debat tussen empiristen en rationalisten. De kennis die de menselijke geest bezit, aldus Locke, is niet aangeboren, maar afkomstig van zintuiglijke ervaringen en persoonlijke waarnemingen. Wanneer Locke dit idee naar het politieke domein brengt, maakt hij al snel een betoog voor een politiek systeem waarin iedereen in de basis gelijk is en dat individuele rechten waarborgt, zodat elk individu demogelijkheid heeft om zichzelf te ontwikkelen, oftewel een liberaal systeem.
Hoewel hij zelf geen liberaal was, kreeg het idee van de tabula rasa vervolgens een unieke draai door de contributie van Rousseau. Rousseau veronderstelde dat de menselijke geest niet slechts een onbeschreven blad was. We zouden in plaats daarvan de mens moeten beschouwen als een 'nobelewilde'. De menselijke geest zou volgens Rousseau van origine allerlei impulsen van goede aard hebben die op het slechte pad worden geleid door autoritaire sociale conventies.
Tot op de dag van vandaag leven de mensbeelden van Hobbes, Locke en Rousseau voort in een bepaalde vorm en hebben ze nog steeds enorme invloed op onze politieke beeldvorming. Door uitgebreid wetenschappelijk en antropologisch onderzoek is voor Pinker echter één ding duidelijk geworden: "In a nutshell: Hobbes was right, Rousseau was wrong."[2] Deze conclusie hoeft echter niet tot een pessimistische blik op de politiek te leiden zoals bij Hobbes, of tot biologisch determinisme en ongelijkheid. Ook is het duidelijk geworden dat Locke ernaast zat en dat de mens geen onbeschreven blad is. Hoewel dit in eerste instantie de verdediging van het liberalisme van Locke onderuit haalt, ziet Pinker in het erkennen van de invloed van biologie op menselijk gedrag juist een verdediging van het liberalisme. De openheid van het liberale systeem maakt het mogelijk om beleid te ontwikkelen dat rekening houdt met menselijke variabiliteit en aanleg.
In zijn verdediging van het liberalisme doet Pinker een beroep op het onderscheid dat Thomas Sowell maakt tussen de 'tragische' en 'utopische' visie op de politiek.[3] De 'utopische' visie ligt in het verlengde van het gedachtegoed van Locke en Rousseau. Of men nu de mens beschouwt als een onbeschreven blad of een nobele wilde, deze overtuiging veronderstelt dat meer vrijheid leidt tot een bloeiende utopie. In navolging van Hobbes beschouwt de 'tragische' visie een utopie juist als onmogelijk vanwege de psychologische zwakheden van de mens. In plaats van ons blind te staren op een utopie, kunnen we volgens de 'tragische' visie naar een geleidelijke verbetering van onze huidige omstandigheden door het bijschaven van sociale conventies. Hoewel de conservatieve Sowell, zoals veel andere conservatieve denkers, denkt dat de zoektocht naar het sociale optimum al achter ons ligt en dat we het hoogtepunt reeds hebben bereikt, ziet Pinker in wetenschap en het liberalisme een middel om een sociaal optimum te vinden.
Liberalisme als vooruitgang
De volgende grote werken van de hand van Pinker zijn toegewijd aan het benadrukken van de substantiële bijdrage die het liberalisme heeft geleverd aan de verbetering van ons leven, hoewel hij liever naar de Verlichting verwijst omdat het woord ‘liberalism’ een andere betekenis heeft gekregen in Noord-Amerika sinds de jaren '60.[4] Ondanks alle negatieve berichten in de media, leven we volgens Pinker in een tijdperk van ongekende welvaart, vrede en gezondheid. In The Better Angels of Our Nature (2011) laat Pinkerzien dat oorlogen, moorden en andere vormen van geweld significant zijn afgenomen, een trend die hij toeschrijft aan de opkomst van staten, rechtssystemen en internationale samenwerking. Hij vervolgt dit betoog in Enlightenment Now (2018), waar hij beargumenteert dat dankzij de toepassing van rationaliteit, het vrije woord en wetenschappelijke methoden, het leven van mensen aantoonbaar is verbeterd wanneer we kijken naar objectieve maatstaven zoals levensverwachting, armoede, geletterdheid en geweld. Hij wijst erop dat wetenschappelijke vooruitgang niet alleen technologische innovaties voortbrengt, maar ook ons morele kompas kan verfijnen door ons een beter begrip te geven van de gevolgen van ons handelen en de onderlinge verbondenheid van alle mensen.
Het vieren van de vooruitgang die wetenschap en het liberalisme met zich meebrengen, heeft Pinker bijzonder populair gemaakt bij de techno-optimisten zoals Bill Gates, Elon Musk en Peter Diamandis, hoewel zij wellicht beter passen bij de ‘utopische’ visie op de politiek. Zij zijn er namelijk van overtuigd dat uiteindelijk alle problemen van de mensheid doormiddel van technologie en wetenschap verholpen kunnen worden. We moeten echter niet vergeten, zoals aangegeven door bijvoorbeeld John Gray[5] en Rutger Bregman,[6] dat dezelfde technologische middelen even goed gebruikt kunnen worden voorbij zonder onliberale doeleinden, zoals onderdrukking. Ook is het aantal oorlogen misschien wel afgenomen, maar technologie maakt het mogelijk om meer verwoesting teweeg te brengen.
Een essentieel aspect van de grote vooruitgang die we tot nu toe hebben geboekt dankzij het liberalisme, is de vrijheid van meningsuiting. Om deze reden heeft Pinker zich ook altijd sterk uitgesproken tegen allerlei autoritaire stromingen binnen de samenleving. Tijdens de Bush-administraties sprak hij zich uit tegen het oprukkende religieuze conservatisme, maar in de afgelopen jaren heeft hij zijn pijlen vooral gericht op het oprukkende Woke-gedachtegoed. Dit is hem niet in dank afgenomen, en in 2020 was er een poging, ondersteund door honderden academici, om hem uit de Linguistics Society of America te zetten omdat hij allerlei seksistische en racistische opmerkingen zou hebben gemaakt. Hij beweerde destijds bijvoorbeeld dat volgens de data de Amerikaanse politie niet disproportioneel meer zwarten dood schiet en hij verdedigde de bewering van de toenmalige president van Harvard Lawrence Summers te verdedigen dat het verschil in uitkomsten tussen man en vrouw wellicht ook verklaard kan worden door genetische verschillen. Pinker heeft zelf altijd glashard ontkend een racist en seksist te zijn en ziet de poging om hem de mond te snoeren als een grotere poging om de academische vrijheid te doden.
Ook heeft Pinker van de gelegenheid gebruikgemaakt om terug te keren naar de politieke psychologie om vanuit dat perspectief de irrationaliteit, die onder andere tot uiting komt in de Woke-beweging, verder te analyseren in zijn meest recente boek Rationality (2021). Hoewel dit boek zich richt op psychologische valkuilen en minder op politieke analyse, benadrukt Pinker nogmaals het belang van de vrijheid van meningsuiting. Het is namelijk de enige manier om een ware marktplaats van ideeën te creëren waar de best een meest nauwkeurige informatie naar boven kan komen. In Rationality schrijft hij: “Disagreement is necessary in deliberations among mortals. As the saying goes, the more we disagree, the more chance there is that at least one of us is right.”[7] Het is juist deze marktplaats van ideeën die de beoogde sociale vooruitgangmogelijk maakt, terwijl het hameren op sociale vooruitgang van de Woke-dogma's juist verdere onderdrukking opwekt.
Het is deze bereidheid om zich actief en publiekelijk in te zetten voor het vrije woord, waarbij hij zelfs zijn eigen carrière op het spel zet, gecombineerd met een unieke, politiek-psychologische verdediging van het liberalisme die haaks staat op zowel het utopische, Rawlsiaanse gedachtegoed als het liberalisme van Locke, dat Pinker een onmiskenbare aanwinst maakt voor het liberalisme in de 21e eeuw.
[1] https://www.theguardian.com/science/2021/sep/28/steven-pinker-celebrity-scientist-at-the-centre-of-the-culture-wars
[2] Pinker,S. (2002). The Blank Slate. The Modern Denial of Human Nature. New York: Penguin Books., p. 56
[3] Sowell,T. (1987). A Conflict of Visions. New York: William Morrow & Co.
[4] Pinker,S. (2011). Better Angels of Our Nature: Why Violence has Declined. London: Viking., p. 180
[5] Gray, J. (2018). Zeven vormen van atheïsme: Een zoektocht om het mens-zijn te begrijpen. Vert. door F. Reurs. Spectrum
[6] Bregman, R. (2014). Gratis geld voor iedereen, En nog vijf grote ideeën die de wereldkunnen veranderen. DeCorrespondent
[7] Pinker,S. (2021). Rationality: What It Is, Why It Seems Scarce, Why It Matters. London: Viking.
Steven Pinker
“Whatever happened to good old liberalism?.. Where are the demonstrations, where are the people pumping their fists for liberal democracy? Who’s going to actually say something good about it?”[1] Aldus sprak Steven Pinker tegen Guardian journalist Alex Blasdel. De prominente Canadees-Amerikaanse cognitief psycholoog, taalkundige, populaire wetenschapsschrijver en erelid van de Luxuriant Flowing Hair Club for Scientists, heeft zich in de afgelopen decennia niet alleen geprofileerd als een belangrijke voorvechter van liberale waarden, maar heeft ook originele ideeën bijgedragen aan het liberale gedachtegoed.
Pinker begon zijn academische carrière als psycholinguïst. Zijn onderzoek naar taalverwerving en de structuur van de menselijke geest heeft ons begrip van hoe mensen taal leren en gebruiken aanzienlijk verdiept. Hij presenteerde zijn bevindingen in werken zoals The Language Instinct (1994) en How the Mind Works (1997). Deze boeken maakten Pinker al snel een jonge academische ster bij een breder publiek door zijn toegankelijke stijl en unieke ideeën. Het is echter met het boek The Blank Slate (2002) dat Pinker daadwerkelijk de arena van de politieke filosofie betrad.
Het onbeschreven blad
In The Blank Slate geeft Pinker een unieke verdediging van het liberalisme. Het boek ontkracht namelijk de mythe dat de menselijke geest is als een onbeschreven blad dat volledig wordt gevormd door omgevingsinvloeden of de menselijke ratio. Pinker betoogt dat onze genetische erfenis een cruciale rol speelt in het bepalen van ons gedrag, onze capaciteiten en onze persoonlijkheden. Door middel van uitgebreid bewijs uit de biologie, psychologie en neurowetenschappen laat hij zien dat de natuur minstens zo belangrijk is als opvoeding in de vorming van de mens.
De moderne strijd om het onbeschreven blad begint volgens Pinker bij Thomas Hobbes. Geïnspireerd door het Latijnse gezegde "homo homini lupus est" [de mens is een wolf voor zijn medemens] veronderstelde Hobbes dat de mens een strijdlustige houding moest aannemen ten opzichte van anderen om zichzelf te beschermen. Om een stabiele en vreedzame samenleving op te kunnen bouwen, heeft de mens volgens Hobbes een sterke autoriteit nodig die het onderliggende geweld de kop in kan drukken. Als reactie op de pessimistische epistemologie van Hobbes presenteerde John Locke de menselijke psyche als een onbeschreven blad, het zogenaamde tabula rasa. In eerste instantie was Lockes formulering van de tabula rasa een interventie in het debat tussen empiristen en rationalisten. De kennis die de menselijke geest bezit, aldus Locke, is niet aangeboren, maar afkomstig van zintuiglijke ervaringen en persoonlijke waarnemingen. Wanneer Locke dit idee naar het politieke domein brengt, maakt hij al snel een betoog voor een politiek systeem waarin iedereen in de basis gelijk is en dat individuele rechten waarborgt, zodat elk individu demogelijkheid heeft om zichzelf te ontwikkelen, oftewel een liberaal systeem.
Hoewel hij zelf geen liberaal was, kreeg het idee van de tabula rasa vervolgens een unieke draai door de contributie van Rousseau. Rousseau veronderstelde dat de menselijke geest niet slechts een onbeschreven blad was. We zouden in plaats daarvan de mens moeten beschouwen als een 'nobelewilde'. De menselijke geest zou volgens Rousseau van origine allerlei impulsen van goede aard hebben die op het slechte pad worden geleid door autoritaire sociale conventies.
Tot op de dag van vandaag leven de mensbeelden van Hobbes, Locke en Rousseau voort in een bepaalde vorm en hebben ze nog steeds enorme invloed op onze politieke beeldvorming. Door uitgebreid wetenschappelijk en antropologisch onderzoek is voor Pinker echter één ding duidelijk geworden: "In a nutshell: Hobbes was right, Rousseau was wrong."[2] Deze conclusie hoeft echter niet tot een pessimistische blik op de politiek te leiden zoals bij Hobbes, of tot biologisch determinisme en ongelijkheid. Ook is het duidelijk geworden dat Locke ernaast zat en dat de mens geen onbeschreven blad is. Hoewel dit in eerste instantie de verdediging van het liberalisme van Locke onderuit haalt, ziet Pinker in het erkennen van de invloed van biologie op menselijk gedrag juist een verdediging van het liberalisme. De openheid van het liberale systeem maakt het mogelijk om beleid te ontwikkelen dat rekening houdt met menselijke variabiliteit en aanleg.
In zijn verdediging van het liberalisme doet Pinker een beroep op het onderscheid dat Thomas Sowell maakt tussen de 'tragische' en 'utopische' visie op de politiek.[3] De 'utopische' visie ligt in het verlengde van het gedachtegoed van Locke en Rousseau. Of men nu de mens beschouwt als een onbeschreven blad of een nobele wilde, deze overtuiging veronderstelt dat meer vrijheid leidt tot een bloeiende utopie. In navolging van Hobbes beschouwt de 'tragische' visie een utopie juist als onmogelijk vanwege de psychologische zwakheden van de mens. In plaats van ons blind te staren op een utopie, kunnen we volgens de 'tragische' visie naar een geleidelijke verbetering van onze huidige omstandigheden door het bijschaven van sociale conventies. Hoewel de conservatieve Sowell, zoals veel andere conservatieve denkers, denkt dat de zoektocht naar het sociale optimum al achter ons ligt en dat we het hoogtepunt reeds hebben bereikt, ziet Pinker in wetenschap en het liberalisme een middel om een sociaal optimum te vinden.
Liberalisme als vooruitgang
De volgende grote werken van de hand van Pinker zijn toegewijd aan het benadrukken van de substantiële bijdrage die het liberalisme heeft geleverd aan de verbetering van ons leven, hoewel hij liever naar de Verlichting verwijst omdat het woord ‘liberalism’ een andere betekenis heeft gekregen in Noord-Amerika sinds de jaren '60.[4] Ondanks alle negatieve berichten in de media, leven we volgens Pinker in een tijdperk van ongekende welvaart, vrede en gezondheid. In The Better Angels of Our Nature (2011) laat Pinkerzien dat oorlogen, moorden en andere vormen van geweld significant zijn afgenomen, een trend die hij toeschrijft aan de opkomst van staten, rechtssystemen en internationale samenwerking. Hij vervolgt dit betoog in Enlightenment Now (2018), waar hij beargumenteert dat dankzij de toepassing van rationaliteit, het vrije woord en wetenschappelijke methoden, het leven van mensen aantoonbaar is verbeterd wanneer we kijken naar objectieve maatstaven zoals levensverwachting, armoede, geletterdheid en geweld. Hij wijst erop dat wetenschappelijke vooruitgang niet alleen technologische innovaties voortbrengt, maar ook ons morele kompas kan verfijnen door ons een beter begrip te geven van de gevolgen van ons handelen en de onderlinge verbondenheid van alle mensen.
Het vieren van de vooruitgang die wetenschap en het liberalisme met zich meebrengen, heeft Pinker bijzonder populair gemaakt bij de techno-optimisten zoals Bill Gates, Elon Musk en Peter Diamandis, hoewel zij wellicht beter passen bij de ‘utopische’ visie op de politiek. Zij zijn er namelijk van overtuigd dat uiteindelijk alle problemen van de mensheid doormiddel van technologie en wetenschap verholpen kunnen worden. We moeten echter niet vergeten, zoals aangegeven door bijvoorbeeld John Gray[5] en Rutger Bregman,[6] dat dezelfde technologische middelen even goed gebruikt kunnen worden voorbij zonder onliberale doeleinden, zoals onderdrukking. Ook is het aantal oorlogen misschien wel afgenomen, maar technologie maakt het mogelijk om meer verwoesting teweeg te brengen.
Een essentieel aspect van de grote vooruitgang die we tot nu toe hebben geboekt dankzij het liberalisme, is de vrijheid van meningsuiting. Om deze reden heeft Pinker zich ook altijd sterk uitgesproken tegen allerlei autoritaire stromingen binnen de samenleving. Tijdens de Bush-administraties sprak hij zich uit tegen het oprukkende religieuze conservatisme, maar in de afgelopen jaren heeft hij zijn pijlen vooral gericht op het oprukkende Woke-gedachtegoed. Dit is hem niet in dank afgenomen, en in 2020 was er een poging, ondersteund door honderden academici, om hem uit de Linguistics Society of America te zetten omdat hij allerlei seksistische en racistische opmerkingen zou hebben gemaakt. Hij beweerde destijds bijvoorbeeld dat volgens de data de Amerikaanse politie niet disproportioneel meer zwarten dood schiet en hij verdedigde de bewering van de toenmalige president van Harvard Lawrence Summers te verdedigen dat het verschil in uitkomsten tussen man en vrouw wellicht ook verklaard kan worden door genetische verschillen. Pinker heeft zelf altijd glashard ontkend een racist en seksist te zijn en ziet de poging om hem de mond te snoeren als een grotere poging om de academische vrijheid te doden.
Ook heeft Pinker van de gelegenheid gebruikgemaakt om terug te keren naar de politieke psychologie om vanuit dat perspectief de irrationaliteit, die onder andere tot uiting komt in de Woke-beweging, verder te analyseren in zijn meest recente boek Rationality (2021). Hoewel dit boek zich richt op psychologische valkuilen en minder op politieke analyse, benadrukt Pinker nogmaals het belang van de vrijheid van meningsuiting. Het is namelijk de enige manier om een ware marktplaats van ideeën te creëren waar de best een meest nauwkeurige informatie naar boven kan komen. In Rationality schrijft hij: “Disagreement is necessary in deliberations among mortals. As the saying goes, the more we disagree, the more chance there is that at least one of us is right.”[7] Het is juist deze marktplaats van ideeën die de beoogde sociale vooruitgangmogelijk maakt, terwijl het hameren op sociale vooruitgang van de Woke-dogma's juist verdere onderdrukking opwekt.
Het is deze bereidheid om zich actief en publiekelijk in te zetten voor het vrije woord, waarbij hij zelfs zijn eigen carrière op het spel zet, gecombineerd met een unieke, politiek-psychologische verdediging van het liberalisme die haaks staat op zowel het utopische, Rawlsiaanse gedachtegoed als het liberalisme van Locke, dat Pinker een onmiskenbare aanwinst maakt voor het liberalisme in de 21e eeuw.
[1] https://www.theguardian.com/science/2021/sep/28/steven-pinker-celebrity-scientist-at-the-centre-of-the-culture-wars
[2] Pinker,S. (2002). The Blank Slate. The Modern Denial of Human Nature. New York: Penguin Books., p. 56
[3] Sowell,T. (1987). A Conflict of Visions. New York: William Morrow & Co.
[4] Pinker,S. (2011). Better Angels of Our Nature: Why Violence has Declined. London: Viking., p. 180
[5] Gray, J. (2018). Zeven vormen van atheïsme: Een zoektocht om het mens-zijn te begrijpen. Vert. door F. Reurs. Spectrum
[6] Bregman, R. (2014). Gratis geld voor iedereen, En nog vijf grote ideeën die de wereldkunnen veranderen. DeCorrespondent
[7] Pinker,S. (2021). Rationality: What It Is, Why It Seems Scarce, Why It Matters. London: Viking.