Afgelopen zondag stond het nieuws in het teken van de incidenten in Urk en Krimpen aan den IJssel, waar verschillende journalisten geschopt en geslagen werden door agressieve kerkgangers. Tegen het dringende corona-advies van het kabinet in, waren deze geloofsbelijders onderweg naar een drukbezochte kerkdienst, waarbij ze absoluut niet gediend waren van de kritische vragen die de journalisten hen hierover wilden stellen. Diezelfde ochtend was auteur Lale Gül te gast bij het programma Buitenhof om te spreken over haar boek Ik ga leven, waarin zijhaar ervaringen over het leven in een streng islamitische omgeving heeft opgeschreven.
Afgelopen zondag stond het nieuws in het teken van de incidenten in Urk en Krimpen aan den IJssel, waar verschillende journalisten geschopt en geslagen werden door agressieve kerkgangers. Tegen het dringende corona-advies van het kabinet in, waren deze geloofsbelijders onderweg naar een drukbezochte kerkdienst, waarbij ze absoluut niet gediend waren van de kritische vragen die de journalisten hen hierover wilden stellen. Diezelfde ochtend was auteur Lale Gül te gast bij het programma Buitenhof om te spreken over haar boek Ik ga leven, waarin zij haar ervaringen over het leven in een streng islamitische omgeving heeft opgeschreven. Het boek had nogal wat stof doen opwaaien en Gül, een jongedame van 23 jaar oud, wordt sindsdien met de dood bedreigd door fanatieke moslims en verblijft momenteel op een geheime locatie. De consequenties voor haar en haarfamilie zijn zo ernstig, dat Gül besloten heeft niet langer islamkritische boeken te willen schrijven.
Wat deze twee zaken met elkaar gemeen hebben is dat ze aantonen wat er gebeurt zodra er een kritisch licht wordt geworpen op religieus fundamentalistische gemeenschappen.In het geval van de kerkdienst van buitenaf door journalisten, en in het geval van Gül van binnenuit door een ‘afvallige’. Beiden vielen intimidatie en geweld ten deel. Zowel aan christelijke als islamitische kant kent Nederland zo parallelle samenlevingen die vooral met rust gelaten willen worden en het geloof‘ op hun eigen manier’ willen belijden. Deze orthodoxen willen daarbij geen pottenkijkers.
En nou is Nederland ook een behoorlijk goed land om zo’n religieus-fundamentalistische gemeenschap te vormen. Artikel 6 (godsdienstvrijheid) en artikel 23 (vrijheid van onderwijs) van de Grondwet maken het vrij gemakkelijk om een ‘religieuze vrijstaat’ die losstaat van de rest van de samenleving binnen het land te onderhouden. Sterker nog, de religieuze instanties blijken een uitzonderingspositie te hebben. In tegenstelling tot de rest van de samenleving mogen zij wél de coronaregels aan hun laars lappen (terwijl artikel 8 van de Grondwet, vrijheid van vereniging, dan weer geen schild blijkt te bieden voor het organiseren van non-religieuze bijeenkomsten). Ook op het gebied van burgerschap beroepen zij zich op deze uitzonderingspositie om hier een andere invulling aan te geven.
Maar in hoeverre is deze uitzonderingspositie nog wel te verenigen is met onze moderne liberale democratie. Onder het mom van ‘vrijheid van godsdienst’ worden namelijk nogal eens wat ideeën verspreid die met vrijheid niks te maken hebben. Het totale gebrek aan transparantie hierbij zou toch eens aanleiding moeten geven tot het opheffen van de uitzonderingspositie. We maken toch ook geen uitzondering voor sektegroeperingen? Qua fanatisme, beslotenheid en verkettering van afvalligen zie ik hier weinig verschil mee
Het is belangrijk te erkennen dat onze Grondwet in een bepaalde historische context geschreven is, waarbij aanpassingen mogelijk moeten zijn zodra de invulling van een artikel een andere uitwerking krijgt dan dat de bedenkers ooit voorzien hadden. Hetzelfde zien we bijvoorbeeld in de VS, waar Amerikanen zich blijven beroepen op het Tweede Amendement voor vrij wapenbezit, ondanks dat in een tijd van moderne (semi-)automatische vuurwapens dit tot talloze gewelddadige incidenten, waaronder schoolschietpartijen, heeft geleid. Op een soortgelijke wijze wordt onze heilig verklaarde Grondwet nu misbruikt door fanatieke religieuze groeperingen. Het dogmatisch willen vasthouden aan een tekst omdat het ooit nou eenmaal zou opgeschreven is klinkt mij dan ook eerder als een religieus dan een liberaal argument in de oren.
Drs. Wilbert Jan Derksen is wetenschappelijk medewerker bij de TeldersStichting.
Afgelopen zondag stond het nieuws in het teken van de incidenten in Urk en Krimpen aan den IJssel, waar verschillende journalisten geschopt en geslagen werden door agressieve kerkgangers. Tegen het dringende corona-advies van het kabinet in, waren deze geloofsbelijders onderweg naar een drukbezochte kerkdienst, waarbij ze absoluut niet gediend waren van de kritische vragen die de journalisten hen hierover wilden stellen. Diezelfde ochtend was auteur Lale Gül te gast bij het programma Buitenhof om te spreken over haar boek Ik ga leven, waarin zij haar ervaringen over het leven in een streng islamitische omgeving heeft opgeschreven. Het boek had nogal wat stof doen opwaaien en Gül, een jongedame van 23 jaar oud, wordt sindsdien met de dood bedreigd door fanatieke moslims en verblijft momenteel op een geheime locatie. De consequenties voor haar en haarfamilie zijn zo ernstig, dat Gül besloten heeft niet langer islamkritische boeken te willen schrijven.
Wat deze twee zaken met elkaar gemeen hebben is dat ze aantonen wat er gebeurt zodra er een kritisch licht wordt geworpen op religieus fundamentalistische gemeenschappen.In het geval van de kerkdienst van buitenaf door journalisten, en in het geval van Gül van binnenuit door een ‘afvallige’. Beiden vielen intimidatie en geweld ten deel. Zowel aan christelijke als islamitische kant kent Nederland zo parallelle samenlevingen die vooral met rust gelaten willen worden en het geloof‘ op hun eigen manier’ willen belijden. Deze orthodoxen willen daarbij geen pottenkijkers.
En nou is Nederland ook een behoorlijk goed land om zo’n religieus-fundamentalistische gemeenschap te vormen. Artikel 6 (godsdienstvrijheid) en artikel 23 (vrijheid van onderwijs) van de Grondwet maken het vrij gemakkelijk om een ‘religieuze vrijstaat’ die losstaat van de rest van de samenleving binnen het land te onderhouden. Sterker nog, de religieuze instanties blijken een uitzonderingspositie te hebben. In tegenstelling tot de rest van de samenleving mogen zij wél de coronaregels aan hun laars lappen (terwijl artikel 8 van de Grondwet, vrijheid van vereniging, dan weer geen schild blijkt te bieden voor het organiseren van non-religieuze bijeenkomsten). Ook op het gebied van burgerschap beroepen zij zich op deze uitzonderingspositie om hier een andere invulling aan te geven.
Maar in hoeverre is deze uitzonderingspositie nog wel te verenigen is met onze moderne liberale democratie. Onder het mom van ‘vrijheid van godsdienst’ worden namelijk nogal eens wat ideeën verspreid die met vrijheid niks te maken hebben. Het totale gebrek aan transparantie hierbij zou toch eens aanleiding moeten geven tot het opheffen van de uitzonderingspositie. We maken toch ook geen uitzondering voor sektegroeperingen? Qua fanatisme, beslotenheid en verkettering van afvalligen zie ik hier weinig verschil mee
Het is belangrijk te erkennen dat onze Grondwet in een bepaalde historische context geschreven is, waarbij aanpassingen mogelijk moeten zijn zodra de invulling van een artikel een andere uitwerking krijgt dan dat de bedenkers ooit voorzien hadden. Hetzelfde zien we bijvoorbeeld in de VS, waar Amerikanen zich blijven beroepen op het Tweede Amendement voor vrij wapenbezit, ondanks dat in een tijd van moderne (semi-)automatische vuurwapens dit tot talloze gewelddadige incidenten, waaronder schoolschietpartijen, heeft geleid. Op een soortgelijke wijze wordt onze heilig verklaarde Grondwet nu misbruikt door fanatieke religieuze groeperingen. Het dogmatisch willen vasthouden aan een tekst omdat het ooit nou eenmaal zou opgeschreven is klinkt mij dan ook eerder als een religieus dan een liberaal argument in de oren.
Drs. Wilbert Jan Derksen is wetenschappelijk medewerker bij de TeldersStichting.