Niet degene die geliefd is bij het volk zou moeten heersen, maar degene met de juiste kennis en kunde, stelde Plato. Dit conflict tussen expertise en de wil van de meerderheid is tijdens de coronacrisis weer bijzonder actueel. Deze crisis laat immers zien dat expertise onmisbaar is voor het welvaren van een staat. Had Plato dan toch gelijk, vraagt Bram Leferink op Reinink zich in deze column af.
Weinig metaforen hebben meer invloed gehad op het politieke denken dan het schip van staat. In Politeia vergelijkt Plato de leider van een staat met de kapitein van een schip. Volgens Plato is er maar één criterium waarop we de kapitein moeten beoordelen: zijn begrip van de stuurmanskunst. De impopulariteit van de kapitein onder de bemanningsleden is absoluut geen gegronde reden om hem achter het roer vandaan te halen. Met deze metafoor zette Plato zich af tegen de Atheense democratie in zijn tijd. Niet degene die geliefd is bij het volk zou moeten heersen, maar degene met de juiste kennis en kunde. Dit conflict tussen expertise en de wil van de meerderheid is tijdens de coronacrisis weer bijzonder actueel. Deze crisis laat immers zien dat expertise onmisbaar is voor het welvaren van een staat. Had Plato dan toch gelijk?
Het argument dat doorgaans tegen Plato wordt aangevoerd ter verdediging van de democratie spitst zich toe op de metafoor zelf. De metafoor van het schip van staat zou mank gaan vanwege de vergelijking van een schip met een staat. Er is namelijk slechts één correcte manier om een schip te besturen en dat is recht op zijn bestemming af. Maar waar de bestemming van een schip vaststaat, daar is de bestemming van een staat onbepaald. Nooit zal er algehele consensus ontstaan over deze bestemming; altijd zal er discussie bestaan tussen de inwoners van deze staat, hoe deskundig zij dan ook moge zijn.
Dit is begrijpelijk als we de essentie van politiek bestuderen. Politiek gaat namelijk over verschillende waarden die op gespannen voet met elkaar staan. Neem vrijheid en gelijkheid, liefde en onpartijdigheid of vrijheid en veiligheid. Een toename van de een gaat veelal ten koste van de ander. Desalniettemin zijn deze strijdige waarden op zichzelf waardevol. De hiërarchie van deze waarden is afhankelijk van de situatie en van degene die beoordeelt. Onder bepaalde omstandigheden zal vrijheid het onderspit delven tegenover veiligheid en vice versa. Daarnaast zal de ene persoon eerder geneigd zijn om vrijheid op te geven voor veiligheid dan de andere. Ideologieën die een ideale staat schetsen waarin alle waarden samenkomen, zijn ronduit gevaarlijk. Een dergelijk soort idealisme rechtvaardigt de opoffering van waarden in het heden in naam van een illusoir toekomstbeeld.
Plato lijkt zich met zijn metafoor de mogelijkheid van zo’n ideale staat in te beelden. Maar omdat de eenheid van waarden slechts een illusie is, is de metafoor van het schip van staat aan herziening toe. Op zee dobbert nu een schip met vluchtelingen, hun vaderland is verwoest en terugkeren is daarom geen optie. Aan boord barst een discussie los: naar welk land zetten zij koers? Meerdere landen waarin verscheidene waarden de boventoon voeren behoren tot de keuzemogelijkheden. Driftig worden er argumenten uitgewisseld voor of tegen een bepaald land, de een van een betere kwaliteit dan de ander. Al gauw wordt duidelijk dat unanimiteit niet kan worden bereikt. Vandaar dat zij besluiten de knoop door te hakken per meerderheidsbeslissing. Eenmaal vastgesteld wat de bestemming wordt, benoemen zij een kapitein op basis van zijn of haar kennis en kunde van de stuurmanskunst. En zo bereikt het schip zijn gewenste bestemming.
Deze metafoor sluit vanzelfsprekend niet naadloos aan op de democratische praktijk, maar zij laat wel goed zien wat de rol van expertise is in de politiek. Deskundigen zijn onmisbaar om een bepaald doel te bereiken, maar zijn niet per se geoorloofd om dat doel te bepalen. Zo is Jaap van Dissel absoluut nodig om het coronavirus te bestrijden, maar hij heeft vanuit zijn functie niets te zeggen over de afweging tussen volksgezondheid en economie. Dat laatste blijft nog altijd de taak van politici.
En daarmee dienen we ook Plato van repliek. Zijn nadruk op het belang van een bekwame kapitein aan boord van een schip is onweerlegbaar. Maar hij gaat te ver door te beweren dat deze kapitein ook de bestemming mag bepalen. Die bestemming, dat is de hoofdvraag van de politiek. En die vraag dient te worden beantwoord door democratisch verkozen politici, ook in tijden van crisis.
Weinig metaforen hebben meer invloed gehad op het politieke denken dan het schip van staat. In Politeia vergelijkt Plato de leider van een staat met de kapitein van een schip. Volgens Plato is er maar één criterium waarop we de kapitein moeten beoordelen: zijn begrip van de stuurmanskunst. De impopulariteit van de kapitein onder de bemanningsleden is absoluut geen gegronde reden om hem achter het roer vandaan te halen. Met deze metafoor zette Plato zich af tegen de Atheense democratie in zijn tijd. Niet degene die geliefd is bij het volk zou moeten heersen, maar degene met de juiste kennis en kunde. Dit conflict tussen expertise en de wil van de meerderheid is tijdens de coronacrisis weer bijzonder actueel. Deze crisis laat immers zien dat expertise onmisbaar is voor het welvaren van een staat. Had Plato dan toch gelijk?
Het argument dat doorgaans tegen Plato wordt aangevoerd ter verdediging van de democratie spitst zich toe op de metafoor zelf. De metafoor van het schip van staat zou mank gaan vanwege de vergelijking van een schip met een staat. Er is namelijk slechts één correcte manier om een schip te besturen en dat is recht op zijn bestemming af. Maar waar de bestemming van een schip vaststaat, daar is de bestemming van een staat onbepaald. Nooit zal er algehele consensus ontstaan over deze bestemming; altijd zal er discussie bestaan tussen de inwoners van deze staat, hoe deskundig zij dan ook moge zijn.
Dit is begrijpelijk als we de essentie van politiek bestuderen. Politiek gaat namelijk over verschillende waarden die op gespannen voet met elkaar staan. Neem vrijheid en gelijkheid, liefde en onpartijdigheid of vrijheid en veiligheid. Een toename van de een gaat veelal ten koste van de ander. Desalniettemin zijn deze strijdige waarden op zichzelf waardevol. De hiërarchie van deze waarden is afhankelijk van de situatie en van degene die beoordeelt. Onder bepaalde omstandigheden zal vrijheid het onderspit delven tegenover veiligheid en vice versa. Daarnaast zal de ene persoon eerder geneigd zijn om vrijheid op te geven voor veiligheid dan de andere. Ideologieën die een ideale staat schetsen waarin alle waarden samenkomen, zijn ronduit gevaarlijk. Een dergelijk soort idealisme rechtvaardigt de opoffering van waarden in het heden in naam van een illusoir toekomstbeeld.
Plato lijkt zich met zijn metafoor de mogelijkheid van zo’n ideale staat in te beelden. Maar omdat de eenheid van waarden slechts een illusie is, is de metafoor van het schip van staat aan herziening toe. Op zee dobbert nu een schip met vluchtelingen, hun vaderland is verwoest en terugkeren is daarom geen optie. Aan boord barst een discussie los: naar welk land zetten zij koers? Meerdere landen waarin verscheidene waarden de boventoon voeren behoren tot de keuzemogelijkheden. Driftig worden er argumenten uitgewisseld voor of tegen een bepaald land, de een van een betere kwaliteit dan de ander. Al gauw wordt duidelijk dat unanimiteit niet kan worden bereikt. Vandaar dat zij besluiten de knoop door te hakken per meerderheidsbeslissing. Eenmaal vastgesteld wat de bestemming wordt, benoemen zij een kapitein op basis van zijn of haar kennis en kunde van de stuurmanskunst. En zo bereikt het schip zijn gewenste bestemming.
Deze metafoor sluit vanzelfsprekend niet naadloos aan op de democratische praktijk, maar zij laat wel goed zien wat de rol van expertise is in de politiek. Deskundigen zijn onmisbaar om een bepaald doel te bereiken, maar zijn niet per se geoorloofd om dat doel te bepalen. Zo is Jaap van Dissel absoluut nodig om het coronavirus te bestrijden, maar hij heeft vanuit zijn functie niets te zeggen over de afweging tussen volksgezondheid en economie. Dat laatste blijft nog altijd de taak van politici.
En daarmee dienen we ook Plato van repliek. Zijn nadruk op het belang van een bekwame kapitein aan boord van een schip is onweerlegbaar. Maar hij gaat te ver door te beweren dat deze kapitein ook de bestemming mag bepalen. Die bestemming, dat is de hoofdvraag van de politiek. En die vraag dient te worden beantwoord door democratisch verkozen politici, ook in tijden van crisis.