08
Aug
2021

Westers toerisme in Noord-Korea is pervers

Column

Internationaal

A
A

Onlangs luisterde ik een podcast waarin de Noord-Koreaanse overloper en mensenrechtenactiviste Yeonmi Park te gast was. Zij ontvluchtte Noord-Korea in 2007 op 13-jarige leeftijd met haar moeder en vestigde zich in 2014 in de Verenigde Staten, waarna ze zich ontwikkelde tot een bekende criticus van het Noord-Koreaanse regime. Op basis van haar eigen ervaringen en van de meer recente getuigenissen van andere defectors schetst Park een beeld van het leven onder het Noord-Koreaanse regime. Dat het leven in dit land geen pretje is, zal algemeen bekend zijn. Maar pas wanneer je de details van de persoonlijke verhalen hoort, besef je dat zelfs het beruchte 1984 van George Orwell niet kan tippen aan het dystopische karakter van dit land.

Leven in Noord-Korea is leven met constante honger. Park werd geboren in de jaren 90 vlak nadat de Sovjet-Unie in elkaar stortte. Door het wegvallen van de Sovjetsteun kwam het land toen in een economische crisis terecht en volgde een hongersnood waar honderdduizenden, mogelijk zelfs miljoenen burgers verhongerden (exacte cijfers blijven onbekend). Zij beschrijft hoe ze in haar jeugd overal op straat uitgehongerde lijken zag liggen en hoe de kinderen de ratten die deze lijken aanvraten probeerden te vangen om aan voedsel te komen. Hongersnoden komen nog altijd regelmatig voor in Noord-Korea en onlangs waarschuwde leider Kim Jong-un voor een aanstaande hongersnood, mogelijk nog ernstiger dan die van de jaren 90.

 

Dat Noord-Koreanen weinig eten, betekent dat zij ook minder ontlasting hebben. Dit kan problemen opleveren om te voldoen aan de door de regering opgelegde ‘poep-quota’. Door het tekort aan kunstmest om de landbouwgrond mee te bevruchten, dwingt het regime burgers nu hun ontlasting af te staan, zodat boeren deze ter vervanging kunnen gebruiken. Om aan deze quota te voldoen zien sommige burgers zich zelfs genoodzaakt de ontlasting van anderen te stelen. Je wil gezien de consequenties namelijk absoluut niet ongehoorzaam zijn aan het regime.  

 

Dit is lastig, want om de meest bizarre redenen kan men al in overtreding zijn. Zo is ieder huishouden verplicht twee schilderijen op te hangen van de twee overleden oud-leiders van Noord-Korea; Kim Il-sung en Kim Jong-il. Het is absoluut verboden deze portretten stoffig te laten worden en hier wordt dan ook op willekeurige momenten door overheidsfunctionarissen op gecontroleerd. Mocht je huis afbranden, wordt van je verwacht dat het redden van deze schilderijen (dus niet bijvoorbeeld je kinderen) je eerste prioriteit is. Ook alleen al het dubbelvouwen van een krant met een afbeelding van de Grote Leiders kan je duur komen te staan. Je medeburgers hebben de plicht dergelijke subversieve handelingen gelijk aan te geven. Doen zij dat niet, zijn zij namelijk zelf de klos, evenals degenen die daarop hen niet hebben gerapporteerd. Burgers houdenelkaar zo continu in de gaten.

 

In het ergste geval wordt men naar een strafkamp gestuurd. Dissidenten worden niet alleen zelf, maar ook met hun families tot drie generaties toe opgesloten. Zo vertelt Park hoe er Noord-Koreanen in gevangenschap zijn geboren, alleen omdat hun opa bijvoorbeeld tijdens de Korea-oorlog (1950-1953) met een Amerikaan zou hebben gepraat. Opmerkelijk detail is dat zij zo minderwaardig worden geacht, dat hen de staatsideologie niet waardig wordt bevonden en zij dan ook vaak geen idee hebben wie de Grote Leiders zijn. In deze strafkampen vinden onder meer biologische experimenten op gevangenen plaats en bevinden zich naar verluid ook gaskamers. Een VN-onderzoek concludeerde in 2014 dat de mensenrechtenschendingen in deze kampen vergelijkbaar zijn met die van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Auschwitz-praktijken die dus anno 2021 nog altijd plaats kunnen vinden in deze wereld. Daarbij leeft een op de tien (2.6miljoen) Noord-Koreanen in omstandigheden van moderne slavernij.

 

Noord-Korea is het meest gesloten land in de wereld. Recentelijk is het echter mogelijk geworden voor Westerse toeristen om dit land te bezoeken. Het gesloten en mystieke karakter van deze natie creëert een aantrekkingskracht waar bepaalde ‘avonturiers’ graag op af komen. Zo zijn er op internet vele reisverslagen te zien en te lezen van Westerse toeristen die het land bezocht hebben. Het boeken van een tour door dit land is echter vanuit moreel perspectief bezien geen goed idee.

 

Wie denkt een uniek kijkje achter de schermen te zien te krijgen in dit ‘heremietenkoninkrijk’, zal bedrogen uitkomen. Toeristen lopen een vaststaande route af door het land en zijn verplicht met een gids rond te reizen, waar ze te alle tijden in de buurt van moeten blijven. Deze strak geregisseerde rondrit laat een schijnbeeld zien van het leven in Noord-Korea, ver weg van alle ellende vandaan. Leegstaande gebouwen, verlaten autowegen en dichtgeplakte restaurants verraden het schouwspel dat wordt opgevoerd. Een ‘Truman show’ (in scène gezette farce) die totaal geen representatie is van het daadwerkelijke land. Het doet wederom denken aan de nazi’s die via propagandafilms een verbloemde voorstelling van het leven in de concentratiekampen aan de buitenwereld lieten zien.

 

Maar nog erger is dat deze toeristen zich laten gebruiken voor de propaganda van het regime. De regering heeft een narratief gecreëerd onder de bevolking dat zij ineen superieur land wonen, waar Westerlingen maar wat graag deel van uit zouden maken. Het zien van Westerse toeristen in hun land bevestigt dit idee. Toeristen zijn zelfs verplicht te buigen wanneer ze voor een standbeeld van een van de Grote Leiders staan. Dergelijke beelden worden vervolgens gebruikt door het regime om aan te tonen dat deze mensen speciaal gekomen zijn om hun respect te betuigen aan de leiders. Jezelf laten misleiden en zelfs laten inzetten voor propagandadoeleinden door zo’n misdadig regime, moet je simpelweg niet willen. Het is ramptoerisme en daarmee pervers en onethisch. Zijn er bovendien niet genoeg andere interessante plekken op de wereld om te bezoeken, waar de bevolking niet systematisch onderdrukt, tot slaaf gemaakt en uitgemoord wordt door hun eigen regering?      

 

drs. W.J. Derksen is wetenschappelijk medewerker bij de TeldersStichting.

Onlangs luisterde ik een podcast waarin de Noord-Koreaanse overloper en mensenrechtenactiviste Yeonmi Park te gast was. Zij ontvluchtte Noord-Korea in 2007 op 13-jarige leeftijd met haar moeder en vestigde zich in 2014 in de Verenigde Staten, waarna ze zich ontwikkelde tot een bekende criticus van het Noord-Koreaanse regime. Op basis van haar eigen ervaringen en van de meer recente getuigenissen van andere defectors schetst Park een beeld van het leven onder het Noord-Koreaanse regime. Dat het leven in dit land geen pretje is, zal algemeen bekend zijn. Maar pas wanneer je de details van de persoonlijke verhalen hoort, besef je dat zelfs het beruchte 1984 van George Orwell niet kan tippen aan het dystopische karakter van dit land.

Leven in Noord-Korea is leven met constante honger. Park werd geboren in de jaren 90 vlak nadat de Sovjet-Unie in elkaar stortte. Door het wegvallen van de Sovjetsteun kwam het land toen in een economische crisis terecht en volgde een hongersnood waar honderdduizenden, mogelijk zelfs miljoenen burgers verhongerden (exacte cijfers blijven onbekend). Zij beschrijft hoe ze in haar jeugd overal op straat uitgehongerde lijken zag liggen en hoe de kinderen de ratten die deze lijken aanvraten probeerden te vangen om aan voedsel te komen. Hongersnoden komen nog altijd regelmatig voor in Noord-Korea en onlangs waarschuwde leider Kim Jong-un voor een aanstaande hongersnood, mogelijk nog ernstiger dan die van de jaren 90.

 

Dat Noord-Koreanen weinig eten, betekent dat zij ook minder ontlasting hebben. Dit kan problemen opleveren om te voldoen aan de door de regering opgelegde ‘poep-quota’. Door het tekort aan kunstmest om de landbouwgrond mee te bevruchten, dwingt het regime burgers nu hun ontlasting af te staan, zodat boeren deze ter vervanging kunnen gebruiken. Om aan deze quota te voldoen zien sommige burgers zich zelfs genoodzaakt de ontlasting van anderen te stelen. Je wil gezien de consequenties namelijk absoluut niet ongehoorzaam zijn aan het regime.  

 

Dit is lastig, want om de meest bizarre redenen kan men al in overtreding zijn. Zo is ieder huishouden verplicht twee schilderijen op te hangen van de twee overleden oud-leiders van Noord-Korea; Kim Il-sung en Kim Jong-il. Het is absoluut verboden deze portretten stoffig te laten worden en hier wordt dan ook op willekeurige momenten door overheidsfunctionarissen op gecontroleerd. Mocht je huis afbranden, wordt van je verwacht dat het redden van deze schilderijen (dus niet bijvoorbeeld je kinderen) je eerste prioriteit is. Ook alleen al het dubbelvouwen van een krant met een afbeelding van de Grote Leiders kan je duur komen te staan. Je medeburgers hebben de plicht dergelijke subversieve handelingen gelijk aan te geven. Doen zij dat niet, zijn zij namelijk zelf de klos, evenals degenen die daarop hen niet hebben gerapporteerd. Burgers houdenelkaar zo continu in de gaten.

 

In het ergste geval wordt men naar een strafkamp gestuurd. Dissidenten worden niet alleen zelf, maar ook met hun families tot drie generaties toe opgesloten. Zo vertelt Park hoe er Noord-Koreanen in gevangenschap zijn geboren, alleen omdat hun opa bijvoorbeeld tijdens de Korea-oorlog (1950-1953) met een Amerikaan zou hebben gepraat. Opmerkelijk detail is dat zij zo minderwaardig worden geacht, dat hen de staatsideologie niet waardig wordt bevonden en zij dan ook vaak geen idee hebben wie de Grote Leiders zijn. In deze strafkampen vinden onder meer biologische experimenten op gevangenen plaats en bevinden zich naar verluid ook gaskamers. Een VN-onderzoek concludeerde in 2014 dat de mensenrechtenschendingen in deze kampen vergelijkbaar zijn met die van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Auschwitz-praktijken die dus anno 2021 nog altijd plaats kunnen vinden in deze wereld. Daarbij leeft een op de tien (2.6miljoen) Noord-Koreanen in omstandigheden van moderne slavernij.

 

Noord-Korea is het meest gesloten land in de wereld. Recentelijk is het echter mogelijk geworden voor Westerse toeristen om dit land te bezoeken. Het gesloten en mystieke karakter van deze natie creëert een aantrekkingskracht waar bepaalde ‘avonturiers’ graag op af komen. Zo zijn er op internet vele reisverslagen te zien en te lezen van Westerse toeristen die het land bezocht hebben. Het boeken van een tour door dit land is echter vanuit moreel perspectief bezien geen goed idee.

 

Wie denkt een uniek kijkje achter de schermen te zien te krijgen in dit ‘heremietenkoninkrijk’, zal bedrogen uitkomen. Toeristen lopen een vaststaande route af door het land en zijn verplicht met een gids rond te reizen, waar ze te alle tijden in de buurt van moeten blijven. Deze strak geregisseerde rondrit laat een schijnbeeld zien van het leven in Noord-Korea, ver weg van alle ellende vandaan. Leegstaande gebouwen, verlaten autowegen en dichtgeplakte restaurants verraden het schouwspel dat wordt opgevoerd. Een ‘Truman show’ (in scène gezette farce) die totaal geen representatie is van het daadwerkelijke land. Het doet wederom denken aan de nazi’s die via propagandafilms een verbloemde voorstelling van het leven in de concentratiekampen aan de buitenwereld lieten zien.

 

Maar nog erger is dat deze toeristen zich laten gebruiken voor de propaganda van het regime. De regering heeft een narratief gecreëerd onder de bevolking dat zij ineen superieur land wonen, waar Westerlingen maar wat graag deel van uit zouden maken. Het zien van Westerse toeristen in hun land bevestigt dit idee. Toeristen zijn zelfs verplicht te buigen wanneer ze voor een standbeeld van een van de Grote Leiders staan. Dergelijke beelden worden vervolgens gebruikt door het regime om aan te tonen dat deze mensen speciaal gekomen zijn om hun respect te betuigen aan de leiders. Jezelf laten misleiden en zelfs laten inzetten voor propagandadoeleinden door zo’n misdadig regime, moet je simpelweg niet willen. Het is ramptoerisme en daarmee pervers en onethisch. Zijn er bovendien niet genoeg andere interessante plekken op de wereld om te bezoeken, waar de bevolking niet systematisch onderdrukt, tot slaaf gemaakt en uitgemoord wordt door hun eigen regering?      

 

drs. W.J. Derksen is wetenschappelijk medewerker bij de TeldersStichting.