Directeur Patrick van Schie bekritiseert de proef met een kleiner stembiljet bij de aankomende Europese verkiezingen
Hebt u bij het uitbrengen van uw stem op 22 november staan worstelen met het stembiljet? Volgens diverse nieuwsberichten was het een enorm gedoe, om het grote stembiljet open te vouwen en om het na het rood maken van het gewenste vakje weer zodanig dicht te vouwen dat het makkelijk in de stembus kon worden gedeponeerd.
Demissionair minister van Binnenlandse Zaken Hugo de Jonge leeft met de kiezers mee, beweert hij. ‘Dat enorme biljartlaken [het stembiljet] is niet gebruiksvriendelijk.’ Het werd zo groot omdat er op 22 november 2023 26 partijen aan de Tweede Kamerverkiezingen deelnamen, elk met een sliert(je) aan kandidaten.
Hugo gaat het de kiezers makkelijker maken. Om te beginnen in vijf gemeenten waar bij de verkiezingen voor het Europees Parlement op 6 juni a.s. een proef wordt gehouden met een kleiner stembiljet, formaat A3. Een proef want als het bevalt wil hij het landelijk gaan invoeren, eerst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2026. Dan zou het kleinere stembiljet in alle (momenteel) 342 gemeenten moeten worden gebruikt.
Een kleine technische aanpassing, zal menigeen denken, ja, dat past een demissionair minister nog wel. Maar hoe krijgt Hugo de Jonge dit voor elkaar? Hoe kunnen alle rood te maken hokjes in eens op een veel kleiner vel papier passen? De truc die Hugo gebruikt is dat een kiezer voortaan eerst een lijst met uitsluitend de partijen ziet. Daar kan deze kiezer het hokje voor de partij van zijn of haar keuze rood kleuren. Wenst hij ook een voorkeurstem uit te brengen dan staan eronder de nummers (rangorde) van de kandidaten vermeld; daar kan dan nóg één hokje rood worden gemaakt. Namen staan er niet bij vermeld. Wie wil weten welke naam bij welk nummer hoort kan op de achterwand van het stemhokje kijken wie welk getal heeft. Wel even het juiste nummer onthouden.
Of dit makkelijker is, valt nog maar te bezien. Een veel zwaarwegender nadeel is echter principieel: dit vormt een radicale breuk met het stelsel waarin een kiezer op een persoon stemt, en niet op een partij. Art. 129 Gw bepaalt: ‘De leden van provinciale staten en van de gemeenteraad worden rechtstreeks gekozen….’ Artt, 54 en 55 bevatten eenzelfde formulering voor Tweede en Eerste Kamerverkiezingen: het zijn leden die worden gekozen, niet partijen. De Kieswet specificeert (art. J20): ‘Op de bij de verkiezingen te bezigen stembiljetten kunnen kiezers een keuze maken uit de kandidaten over wie de stemming moet geschieden.’ De te maken keuze betreft individuele kandidaten, geen partijen. En ook niet kandidaten in de vorm van nummers, waar men moeite moet doen na te gaan wie achter welk nummer schuilt.
Hugo de Jonge maakt het de kiezer dus niet makkelijker; hij maakt het veel moeilijker om een voorkeurstem uit te brengen. Kiezers die uitsluitend een hokje van een partij rood maken worden geacht op de nummer 1 van de lijst te hebben gestemd. De afgelopen decennia zijn steeds meer kiezers overgegaan tot het uitbrengen van een voorkeurstem. Blijkbaar zinde dit Hugo de Jonge niet en probeert hij daar nu op een kunstmatige manier paal en perk aan te stellen.
Dat past een demissionair minister niet. Maar het is bovendien in strijd met de historische traditie van verkiezingen in ons land én in strijd met de Grondwet. Indien het CDA, de partij van Hugo de Jonge, werkelijk geeft om de grondrechten waar het zegt zo aan te hechten, dan zou het in ieder geval de huidige Grondwet dienen te respecteren zolang die niet is gewijzigd. En een eventuele aanpassing van de Grondwet in de richting die Hugo de Jonge nu gaat is ongewenst.
Het probleem van de Nederlandse politiek is namelijk niet dat partijen te weinig macht over volksvertegenwoordigers hebben, maar dat de partijdiscipline in de loop der tijd juist te strak is geworden. Het uitbrengen van een voorkeurstem is een van de weinige middelen waarover kiezers beschikken om af te kunnen wijken van wat de partijbonzen graag willen. Hugo’s handige truc zal de kiezers alleen maar meer buitenspel zetten. Hoog tijd om daar een stokje voor te steken.
Hebt u bij het uitbrengen van uw stem op 22 november staan worstelen met het stembiljet? Volgens diverse nieuwsberichten was het een enorm gedoe, om het grote stembiljet open te vouwen en om het na het rood maken van het gewenste vakje weer zodanig dicht te vouwen dat het makkelijk in de stembus kon worden gedeponeerd.
Demissionair minister van Binnenlandse Zaken Hugo de Jonge leeft met de kiezers mee, beweert hij. ‘Dat enorme biljartlaken [het stembiljet] is niet gebruiksvriendelijk.’ Het werd zo groot omdat er op 22 november 2023 26 partijen aan de Tweede Kamerverkiezingen deelnamen, elk met een sliert(je) aan kandidaten.
Hugo gaat het de kiezers makkelijker maken. Om te beginnen in vijf gemeenten waar bij de verkiezingen voor het Europees Parlement op 6 juni a.s. een proef wordt gehouden met een kleiner stembiljet, formaat A3. Een proef want als het bevalt wil hij het landelijk gaan invoeren, eerst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2026. Dan zou het kleinere stembiljet in alle (momenteel) 342 gemeenten moeten worden gebruikt.
Een kleine technische aanpassing, zal menigeen denken, ja, dat past een demissionair minister nog wel. Maar hoe krijgt Hugo de Jonge dit voor elkaar? Hoe kunnen alle rood te maken hokjes in eens op een veel kleiner vel papier passen? De truc die Hugo gebruikt is dat een kiezer voortaan eerst een lijst met uitsluitend de partijen ziet. Daar kan deze kiezer het hokje voor de partij van zijn of haar keuze rood kleuren. Wenst hij ook een voorkeurstem uit te brengen dan staan eronder de nummers (rangorde) van de kandidaten vermeld; daar kan dan nóg één hokje rood worden gemaakt. Namen staan er niet bij vermeld. Wie wil weten welke naam bij welk nummer hoort kan op de achterwand van het stemhokje kijken wie welk getal heeft. Wel even het juiste nummer onthouden.
Of dit makkelijker is, valt nog maar te bezien. Een veel zwaarwegender nadeel is echter principieel: dit vormt een radicale breuk met het stelsel waarin een kiezer op een persoon stemt, en niet op een partij. Art. 129 Gw bepaalt: ‘De leden van provinciale staten en van de gemeenteraad worden rechtstreeks gekozen….’ Artt, 54 en 55 bevatten eenzelfde formulering voor Tweede en Eerste Kamerverkiezingen: het zijn leden die worden gekozen, niet partijen. De Kieswet specificeert (art. J20): ‘Op de bij de verkiezingen te bezigen stembiljetten kunnen kiezers een keuze maken uit de kandidaten over wie de stemming moet geschieden.’ De te maken keuze betreft individuele kandidaten, geen partijen. En ook niet kandidaten in de vorm van nummers, waar men moeite moet doen na te gaan wie achter welk nummer schuilt.
Hugo de Jonge maakt het de kiezer dus niet makkelijker; hij maakt het veel moeilijker om een voorkeurstem uit te brengen. Kiezers die uitsluitend een hokje van een partij rood maken worden geacht op de nummer 1 van de lijst te hebben gestemd. De afgelopen decennia zijn steeds meer kiezers overgegaan tot het uitbrengen van een voorkeurstem. Blijkbaar zinde dit Hugo de Jonge niet en probeert hij daar nu op een kunstmatige manier paal en perk aan te stellen.
Dat past een demissionair minister niet. Maar het is bovendien in strijd met de historische traditie van verkiezingen in ons land én in strijd met de Grondwet. Indien het CDA, de partij van Hugo de Jonge, werkelijk geeft om de grondrechten waar het zegt zo aan te hechten, dan zou het in ieder geval de huidige Grondwet dienen te respecteren zolang die niet is gewijzigd. En een eventuele aanpassing van de Grondwet in de richting die Hugo de Jonge nu gaat is ongewenst.
Het probleem van de Nederlandse politiek is namelijk niet dat partijen te weinig macht over volksvertegenwoordigers hebben, maar dat de partijdiscipline in de loop der tijd juist te strak is geworden. Het uitbrengen van een voorkeurstem is een van de weinige middelen waarover kiezers beschikken om af te kunnen wijken van wat de partijbonzen graag willen. Hugo’s handige truc zal de kiezers alleen maar meer buitenspel zetten. Hoog tijd om daar een stokje voor te steken.