01
Jan
2025

Het burgerberaad & de liberaal

Een nobele queeste of cynisch sprookje?

Op 18 januari zal het Nationaal Burgerberaad Klimaat van start gaan. Maar liefst 175 deelnemers zullen het komend halfjaar in zes bijeenkomsten een gezamenlijk advies formuleren omtrent het nationaal klimaatbeleid ten behoeve van het kabinet en de Tweede Kamer. Op deze wijze wordt gepoogd de burger meer te betrekken bij besluitvorming op hoger niveau. De tendens rondom het concept ‘burgerberaad’ is veelal tweeledig. Enerzijds zijn er positieve geluiden, vanwege de ‘democratisering’ van besluitvorming en de vergrote politieke betrokkenheid van de burger. Anderzijds heerst er ook negativisme en cynisme: burgerberaden zouden een zoethoudertje zijn voor de in de steek gelaten burger, aangezien er met het uitgebrachte advies uiteindelijk weinig wordt gedaan. Onder meer Thierry Baudet (FvD) heeft op X al laten weten dat hij aan de zijde der cynici staat, nu de insteek van het Nationaal Burgerberaad veelal gebaseerd zou zijn op ‘bedrog’.

Voor het cynische standpunt valt iets te zeggen: het laatste grote burgerberaad dat plaatsvond, heeft tot weinig goeds geleid. In dezen gaat het om een burgerberaad in de gemeente Amsterdam uit 2021. Burgers die deelnamen aan dit burgerberaad hebben uiteindelijk niks gehoord of gemerkt van de resultaten van hun inspanningen. Het is evenwel makkelijk om direct te vervallen in een zeker cynisme door slechts te kijken naar de uitkomst van het meest recente grote burgerberaad. Veel interessanter en waardevoller is het om het concept van een burgerberaad op zichzelf te aanschouwen, teneinde te kunnen bepalen welke waarde een burgerberaad voor de liberaal kan hebben en hoe de liberaal zich tot een dergelijk initiatief zou kunnen verhouden.

Hoewel er verschillende liberale smaken zijn omtrent de benadering van een burgerberaad, poog ik uit te gaan van een negentiende-eeuws liberaal mens- en wereldbeeld. De liberaal is in dezen een mens die de vrijheid, en specifiek de individuele vrijheid, serieus benadert. Een zekere ernst is geboden, daar de verwerkelijking van die vrijheid niet zou mogen verworden tot een uitoefening van ‘indolente’, noch ‘egoïstische’ vrijheid. De liberaal poogt ‘werkelijk’ of ‘waarachtig’ vrij te zijn. Dit betekent dat de liberaal zich ervan bewust is dat de werkelijke vrijheid niet louter een uitzonderlijk (voor)recht is dat hem toekomt. De liberaal onderkent de bijzondere waarde van ‘vrijheid’ en zal vanuit die onderkenning de uitoefening van zijn vrijheid ervaren als een zekere plicht. Hij voelt de verantwoordelijkheid om voor de vrijheid te kiezen, teneinde werkelijk mens te worden. Daarnaast ervaart hij de verantwoordelijkheid om de last van zijn persoonlijke vrijheid te dragen, teneinde waarachtig en authentiek te kunnen denken en handelen om een waarachtig en authentiek individu te kunnen worden.

Het vergt moed om volledig de verantwoordelijkheid te nemen voor de individuele vrijheid. De liberaal durft het aan zijn denken en handelen niet uit te besteden aan iets externs (lees: de waan van de dag, de massa of ideologie). Indien hij dit wel zou doen, zou de liberaal de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid van zijn authentieke denken en handelen uit de weg gaan. Zodoende zou hij de werkelijke vrijheid die het met zich brengt, verloochenen. Niet voor niets werd en wordt de deugd ‘moed’ veelvuldig toegeschreven aan de naamgever van dit liberale wetenschappelijk instituut. De liberaal bezit de moed om de verantwoordelijkheid aan te gaan en zodoende werkelijk vrij te zijn.

Een cynische houding ten opzichte van burgerberaden zou in dezen niet stroken met de houding van de liberaal. De liberaal ziet het burgerberaad als een mechanisme om zijn verantwoordelijkheid en werkelijke vrijheid op de proef te stellen: het biedt immers aan de burger de mogelijkheid om zijn stem te laten horen. Daarmee biedt het burgerberaad de mogelijkheid aan de burger om daadwerkelijk de verantwoordelijkheid te nemen voor zijn authentieke (individuele) denken. Bovendien zal de burger bij een burgerberaad uitgedaagd worden om zijn overtuigingen aangaande bepaalde stellingen te testen. Zo zal hij te maken krijgen met andere meningen, ideeën en invalshoeken die zijn overtuiging kunnen verzwakken, versterken of het licht op de zaak kunnen veranderen. Het openstaan voor anderen is voor de ‘werkelijke vrijheid’ essentieel. Alleen dan bevrijd je jezelf immers van de angstvallige houvast aan gevestigde, innerlijke en mogelijk kortzichtige overtuigingen.

Werkelijk vrij zijn, is de mogelijkheid bezitten om naar eigen geweten te kunnen handelen, zonder dat het geweten bij voorbaat wordt afgesloten tegen externe hindernissen. Werkelijk vrij zijn, is de verantwoordelijkheid durven nemen om die externe hindernissen aan te gaan. Werkelijk vrij zijn, is de angst overwinnen voor het nemen van de eigen verantwoordelijkheid en de moed hebben om jezelf in het diepe te gooien. Zodoende handelt de liberaal om zijn vrijheid te verwerkelijken en omarmt hij de mogelijkheid die een burgerberaad te bieden heeft.

Het Nationaal Burgerberaad is om die redenen een initiatief waartoe de liberaal zich niet direct cynisch en passief zou moeten verhouden. Een negatieve grondhouding jegens een burgerberaad insinueert bovendien een ondermijning van nobele, democratische initiatieven die de betrokkenheid en participatie van burgers aan de politiek en de samenleving kunnen vergroten. De omarming van de mogelijkheid tot meer betrokkenheid en participatie zou dan ook een positief effect hebben op de weerbaarheid van onze democratie. Burgers zullen zich immers meer en op volwaardige wijze kunnen mengen in het debat; het fundament van de democratische samenleving. Teneinde zowel liberale, als democratische waarden na te streven, mag van de liberaal aldus een positieve grondhouding jegens een burgerberaad worden verwacht.

Op 18 januari zal het Nationaal Burgerberaad Klimaat van start gaan. Maar liefst 175 deelnemers zullen het komend halfjaar in zes bijeenkomsten een gezamenlijk advies formuleren omtrent het nationaal klimaatbeleid ten behoeve van het kabinet en de Tweede Kamer. Op deze wijze wordt gepoogd de burger meer te betrekken bij besluitvorming op hoger niveau. De tendens rondom het concept ‘burgerberaad’ is veelal tweeledig. Enerzijds zijn er positieve geluiden, vanwege de ‘democratisering’ van besluitvorming en de vergrote politieke betrokkenheid van de burger. Anderzijds heerst er ook negativisme en cynisme: burgerberaden zouden een zoethoudertje zijn voor de in de steek gelaten burger, aangezien er met het uitgebrachte advies uiteindelijk weinig wordt gedaan. Onder meer Thierry Baudet (FvD) heeft op X al laten weten dat hij aan de zijde der cynici staat, nu de insteek van het Nationaal Burgerberaad veelal gebaseerd zou zijn op ‘bedrog’.

Voor het cynische standpunt valt iets te zeggen: het laatste grote burgerberaad dat plaatsvond, heeft tot weinig goeds geleid. In dezen gaat het om een burgerberaad in de gemeente Amsterdam uit 2021. Burgers die deelnamen aan dit burgerberaad hebben uiteindelijk niks gehoord of gemerkt van de resultaten van hun inspanningen. Het is evenwel makkelijk om direct te vervallen in een zeker cynisme door slechts te kijken naar de uitkomst van het meest recente grote burgerberaad. Veel interessanter en waardevoller is het om het concept van een burgerberaad op zichzelf te aanschouwen, teneinde te kunnen bepalen welke waarde een burgerberaad voor de liberaal kan hebben en hoe de liberaal zich tot een dergelijk initiatief zou kunnen verhouden.

Hoewel er verschillende liberale smaken zijn omtrent de benadering van een burgerberaad, poog ik uit te gaan van een negentiende-eeuws liberaal mens- en wereldbeeld. De liberaal is in dezen een mens die de vrijheid, en specifiek de individuele vrijheid, serieus benadert. Een zekere ernst is geboden, daar de verwerkelijking van die vrijheid niet zou mogen verworden tot een uitoefening van ‘indolente’, noch ‘egoïstische’ vrijheid. De liberaal poogt ‘werkelijk’ of ‘waarachtig’ vrij te zijn. Dit betekent dat de liberaal zich ervan bewust is dat de werkelijke vrijheid niet louter een uitzonderlijk (voor)recht is dat hem toekomt. De liberaal onderkent de bijzondere waarde van ‘vrijheid’ en zal vanuit die onderkenning de uitoefening van zijn vrijheid ervaren als een zekere plicht. Hij voelt de verantwoordelijkheid om voor de vrijheid te kiezen, teneinde werkelijk mens te worden. Daarnaast ervaart hij de verantwoordelijkheid om de last van zijn persoonlijke vrijheid te dragen, teneinde waarachtig en authentiek te kunnen denken en handelen om een waarachtig en authentiek individu te kunnen worden.

Het vergt moed om volledig de verantwoordelijkheid te nemen voor de individuele vrijheid. De liberaal durft het aan zijn denken en handelen niet uit te besteden aan iets externs (lees: de waan van de dag, de massa of ideologie). Indien hij dit wel zou doen, zou de liberaal de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid van zijn authentieke denken en handelen uit de weg gaan. Zodoende zou hij de werkelijke vrijheid die het met zich brengt, verloochenen. Niet voor niets werd en wordt de deugd ‘moed’ veelvuldig toegeschreven aan de naamgever van dit liberale wetenschappelijk instituut. De liberaal bezit de moed om de verantwoordelijkheid aan te gaan en zodoende werkelijk vrij te zijn.

Een cynische houding ten opzichte van burgerberaden zou in dezen niet stroken met de houding van de liberaal. De liberaal ziet het burgerberaad als een mechanisme om zijn verantwoordelijkheid en werkelijke vrijheid op de proef te stellen: het biedt immers aan de burger de mogelijkheid om zijn stem te laten horen. Daarmee biedt het burgerberaad de mogelijkheid aan de burger om daadwerkelijk de verantwoordelijkheid te nemen voor zijn authentieke (individuele) denken. Bovendien zal de burger bij een burgerberaad uitgedaagd worden om zijn overtuigingen aangaande bepaalde stellingen te testen. Zo zal hij te maken krijgen met andere meningen, ideeën en invalshoeken die zijn overtuiging kunnen verzwakken, versterken of het licht op de zaak kunnen veranderen. Het openstaan voor anderen is voor de ‘werkelijke vrijheid’ essentieel. Alleen dan bevrijd je jezelf immers van de angstvallige houvast aan gevestigde, innerlijke en mogelijk kortzichtige overtuigingen.

Werkelijk vrij zijn, is de mogelijkheid bezitten om naar eigen geweten te kunnen handelen, zonder dat het geweten bij voorbaat wordt afgesloten tegen externe hindernissen. Werkelijk vrij zijn, is de verantwoordelijkheid durven nemen om die externe hindernissen aan te gaan. Werkelijk vrij zijn, is de angst overwinnen voor het nemen van de eigen verantwoordelijkheid en de moed hebben om jezelf in het diepe te gooien. Zodoende handelt de liberaal om zijn vrijheid te verwerkelijken en omarmt hij de mogelijkheid die een burgerberaad te bieden heeft.

Het Nationaal Burgerberaad is om die redenen een initiatief waartoe de liberaal zich niet direct cynisch en passief zou moeten verhouden. Een negatieve grondhouding jegens een burgerberaad insinueert bovendien een ondermijning van nobele, democratische initiatieven die de betrokkenheid en participatie van burgers aan de politiek en de samenleving kunnen vergroten. De omarming van de mogelijkheid tot meer betrokkenheid en participatie zou dan ook een positief effect hebben op de weerbaarheid van onze democratie. Burgers zullen zich immers meer en op volwaardige wijze kunnen mengen in het debat; het fundament van de democratische samenleving. Teneinde zowel liberale, als democratische waarden na te streven, mag van de liberaal aldus een positieve grondhouding jegens een burgerberaad worden verwacht.