04
Apr
2024

De NPO behoeft hervorming, maar moet overeind blijven staan

Wetenschappelijk medewerker Wilbert Jan Derksen pleit voor een weloverwogen hervorming van de NPO.

A
A

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) ligt onder vuur. ‘Gedateerd en onnodig complex’, zo wordt het omroepstelsel vaak genoemd. Ook de vier formerende partijen willen de NPO graag op de schop nemen. NSC stelt voor een televisiezender te schrappen. VVD en BBB pleiten voor bezuinigingen en de PVV wil de NPO in zijn geheel opdoeken. Mocht deze formatiepoging succesvol blijken, dan ziet de toekomst er voor de NPO dus niet heel rooskleurig uit. Hilversum ziet het met argusogen toe.

Veel van de kritiek op de NPO is terecht. Nog altijd is het omroepenstelsel gebaseerd op de structuur van het vroegere verzuilde Nederland. Vanaf de jaren 60 is onze samenleving echter ontzuild geraakt, waarmee deze indeling achterhaald is geworden. Daarnaast zijn er momenteel wel erg veel omroepen. Met de twee aspirant-omroepen Zwart en Ongehoord Nederland meegerekend, namelijk maar liefst elf. Al deze omroepen hebben weer hun eigen organisatiestructuur (met veel onnodige managers) die allerlei kosten met zich meebrengt. Hoe deze omroepen hun geld precies besteden, blijkt bovendien niet altijd voldoende transparant te zijn. Ook de NPO-app, waarmee programma’s terug- (en tegen betaling ook vooruit-) gekeken kunnen worden, werkt niet naar behoren.

Al deze kritiek is terecht. Toch is enige waardering voor de NPO ook op zijn plaats. Zo produceren de omroepen genoeg programma’s die niet alleen maatschappelijk relevant zijn, maar kwalitatief ook erg goed in elkaar steken. Denk aan het indrukwekkende Over mijn lijk of het humoristische De avondshow met Arjen Lubach. Of het informatieve Tegenlicht en het scherpe Keuringsdienst van waarde. Ook worden er steeds betere televisieseries geproduceerd, zoals Het jaar van Fortuyn en het recent verschenen De Joodse Raad. En wat te denken van alle educatieve kinderprogramma’s, zoals Het Klokhuis en het NOS Jeugdjournaal. Tevens op de radio is de NPO bovendien een belangrijke speler.

Dergelijke programma’s zouden minder snel door commerciële partijen worden geproduceerd. Daar wordt over het algemeen toch eerder voor plat vermaak, dan voor diepgang gekozen. Veel van de commerciële zenders zijn tegenwoordig bovendien niet eens meer in Nederlandse handen. Zo vallen RTL en SBS nu onder buitenlandse moederbedrijven. Dat betekent dat zonder de NPO ons medialandschap enorm kwetsbaar zou zijn voor buitenlandse beïnvloeding. Het volledig afschaffen van de NPO, zoals de PVV dat wenst, is alleen daarom al een heel slecht idee.

Wel zal de NPO moeten worden hervormd. Vaak wordt verwezen naar het BBC-model. In het VK hebben ze in plaats van allerlei kleine omroepen, één grote centrale publieke omroep: de BBC. Dat zou het stelsel een stuk simpeler maken, zo lijkt het. Toch zitten hier wel wat haken en ogen aan. Liberalen weten als geen ander dat centralisatie eerder tot meer, dan minder bureaucratie leidt. De toename in het aantal bestuurslagen zal waarschijnlijk voor nog meer onnodige managers zorgen. Daarnaast zal het de pluriformiteit van de NPO hoogstwaarschijnlijk niet ten goede komen. Onder veel overheidswantrouwende burgers leeft nu al het sentiment dat de NPO een soort propagandamachine zou zijn. Door het aantal omroepen terug te dringen tot slechts één, gooi je olie op het vuur van dit soort denkbeelden.

Toch kan het aantal omroepen wel worden verminderd. Vorig jaar suggereerde een adviescollege dit terug te brengen tot zes. Dat betekent dat er ook moet worden bezuinigd. Maar bezuinigingen moeten daarbij als middel gelden, en niet als doel op zich. Zo lijkt een bezuiniging van 40 procent, zoals de VVD voorstelt, wel wat aan de extreme kant en is het de vraag of zo’n drastische reorganisatie de kwaliteit van NPO-producties ten goede zal komen. Op de nationale begroting is de publieke omroep een vrij kleine kostenpost en in vergelijking met het buitenland besteden we er nu al relatief weinig geld aan.

Beter is het om te investeren in innovatie. Denk aan meer functionaliteiten voor de NPO-app. Vooral jongeren kijken nauwelijks meer live televisie en kijken liever alles online terug. Daarnaast heeft de NPO een enorm rijke catalogus aan mooie programma’s die in de afgelopen decennia zijn gemaakt. De NPO-app is de aangewezen plek om die weer onder de aandacht te brengen. Ook zal de NPO ook moeten inzetten op nieuwe programmaformats. De lage kijkcijfers van primetime-talkshow Op1 laten zien dat mensen inmiddels wel klaar zijn met al die dertien-in-een-dozijn-talkshows, waar altijd maar weer dezelfde gasten lijken aan te schuiven.

Eén ding is duidelijk, de NPO moet op de schop. Maar laten we dat weloverwogen doen, zodat we ook in de toekomst nog naar mooie programma’s kunnen blijven kijken (en luisteren).

Drs. W.J. Derksen is wetenschappelijk medewerker bij de TeldersStichting.

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) ligt onder vuur. ‘Gedateerd en onnodig complex’, zo wordt het omroepstelsel vaak genoemd. Ook de vier formerende partijen willen de NPO graag op de schop nemen. NSC stelt voor een televisiezender te schrappen. VVD en BBB pleiten voor bezuinigingen en de PVV wil de NPO in zijn geheel opdoeken. Mocht deze formatiepoging succesvol blijken, dan ziet de toekomst er voor de NPO dus niet heel rooskleurig uit. Hilversum ziet het met argusogen toe.

Veel van de kritiek op de NPO is terecht. Nog altijd is het omroepenstelsel gebaseerd op de structuur van het vroegere verzuilde Nederland. Vanaf de jaren 60 is onze samenleving echter ontzuild geraakt, waarmee deze indeling achterhaald is geworden. Daarnaast zijn er momenteel wel erg veel omroepen. Met de twee aspirant-omroepen Zwart en Ongehoord Nederland meegerekend, namelijk maar liefst elf. Al deze omroepen hebben weer hun eigen organisatiestructuur (met veel onnodige managers) die allerlei kosten met zich meebrengt. Hoe deze omroepen hun geld precies besteden, blijkt bovendien niet altijd voldoende transparant te zijn. Ook de NPO-app, waarmee programma’s terug- (en tegen betaling ook vooruit-) gekeken kunnen worden, werkt niet naar behoren.

Al deze kritiek is terecht. Toch is enige waardering voor de NPO ook op zijn plaats. Zo produceren de omroepen genoeg programma’s die niet alleen maatschappelijk relevant zijn, maar kwalitatief ook erg goed in elkaar steken. Denk aan het indrukwekkende Over mijn lijk of het humoristische De avondshow met Arjen Lubach. Of het informatieve Tegenlicht en het scherpe Keuringsdienst van waarde. Ook worden er steeds betere televisieseries geproduceerd, zoals Het jaar van Fortuyn en het recent verschenen De Joodse Raad. En wat te denken van alle educatieve kinderprogramma’s, zoals Het Klokhuis en het NOS Jeugdjournaal. Tevens op de radio is de NPO bovendien een belangrijke speler.

Dergelijke programma’s zouden minder snel door commerciële partijen worden geproduceerd. Daar wordt over het algemeen toch eerder voor plat vermaak, dan voor diepgang gekozen. Veel van de commerciële zenders zijn tegenwoordig bovendien niet eens meer in Nederlandse handen. Zo vallen RTL en SBS nu onder buitenlandse moederbedrijven. Dat betekent dat zonder de NPO ons medialandschap enorm kwetsbaar zou zijn voor buitenlandse beïnvloeding. Het volledig afschaffen van de NPO, zoals de PVV dat wenst, is alleen daarom al een heel slecht idee.

Wel zal de NPO moeten worden hervormd. Vaak wordt verwezen naar het BBC-model. In het VK hebben ze in plaats van allerlei kleine omroepen, één grote centrale publieke omroep: de BBC. Dat zou het stelsel een stuk simpeler maken, zo lijkt het. Toch zitten hier wel wat haken en ogen aan. Liberalen weten als geen ander dat centralisatie eerder tot meer, dan minder bureaucratie leidt. De toename in het aantal bestuurslagen zal waarschijnlijk voor nog meer onnodige managers zorgen. Daarnaast zal het de pluriformiteit van de NPO hoogstwaarschijnlijk niet ten goede komen. Onder veel overheidswantrouwende burgers leeft nu al het sentiment dat de NPO een soort propagandamachine zou zijn. Door het aantal omroepen terug te dringen tot slechts één, gooi je olie op het vuur van dit soort denkbeelden.

Toch kan het aantal omroepen wel worden verminderd. Vorig jaar suggereerde een adviescollege dit terug te brengen tot zes. Dat betekent dat er ook moet worden bezuinigd. Maar bezuinigingen moeten daarbij als middel gelden, en niet als doel op zich. Zo lijkt een bezuiniging van 40 procent, zoals de VVD voorstelt, wel wat aan de extreme kant en is het de vraag of zo’n drastische reorganisatie de kwaliteit van NPO-producties ten goede zal komen. Op de nationale begroting is de publieke omroep een vrij kleine kostenpost en in vergelijking met het buitenland besteden we er nu al relatief weinig geld aan.

Beter is het om te investeren in innovatie. Denk aan meer functionaliteiten voor de NPO-app. Vooral jongeren kijken nauwelijks meer live televisie en kijken liever alles online terug. Daarnaast heeft de NPO een enorm rijke catalogus aan mooie programma’s die in de afgelopen decennia zijn gemaakt. De NPO-app is de aangewezen plek om die weer onder de aandacht te brengen. Ook zal de NPO ook moeten inzetten op nieuwe programmaformats. De lage kijkcijfers van primetime-talkshow Op1 laten zien dat mensen inmiddels wel klaar zijn met al die dertien-in-een-dozijn-talkshows, waar altijd maar weer dezelfde gasten lijken aan te schuiven.

Eén ding is duidelijk, de NPO moet op de schop. Maar laten we dat weloverwogen doen, zodat we ook in de toekomst nog naar mooie programma’s kunnen blijven kijken (en luisteren).

Drs. W.J. Derksen is wetenschappelijk medewerker bij de TeldersStichting.